top of page

Transactionele Analyse

voor scholen

De Transactionele Analyse (TA) biedt een model voor het verkrijgen van inzicht in de individuele persoonlijkheid, in intermenselijke verhoudingen en communicatie.

De TA heeft internationale erkenning verworven en wordt veel gebruikt als professionele benaderingswijze voor zowel onderwijs, psychotherapie, counseling, en educatie en managementopleidingen.

Uitgangspunten TA

De filosofische uitgangspunten van de TA zijn:
 

  • Mensen zijn OK

  • Iedereen heeft het vermogen om te denken

  • Mensen bepalen hun eigen lot door middel van besluiten, en deze besluiten kunnen herzien worden.

 

Drie Ego-toestanden

Het Transactionele Analyse (TA) - model gaat uit van drie ‘ego-toestanden’ van waaruit wij communiceren: de Ouder, de Volwassene en het Kind. Afhankelijk van de situatie waarin wij verkeren , ‘switchen’ we onbewust van de ene ego-toestand naar de andere. Onze woordkeuze, houding, en gedrag switchen mee.

​

 

De Volwassene

Reageert in het hier-en-nu, vanuit gelijkwaardigheid en respect. De Volwassene staat objectiever en niet-oordelend in een situatie en neemt zowel het functioneren van zichzelf als dat van de ander(en) bewust in ogenschouw. De Volwassene heeft het kindsdeel en het ouderdeel geïntegreerd maar handelt er niet naar.

 

Het Kind

Bevat onze primaire reacties op gebeurtenissen en alle gedragingen die daarbij horen. De egotoestand van Het Kind kent ook twee uitingsvormen: het Aangepaste Kind (natuurlijke reactie op de Kritische Ouder) en het Vrije Kind (natuurlijke reactie op de Voedende Ouder).

 

De Ouder

Bevat uitspraken van onze ouders en/of opvoeders uit onze eerste levensjaren. De Ouder wordt aangeduid als ‘normatief’ en kent twee uitingsvormen: de Kritische Ouder en de Voedende (Zorgende) Ouder.

​

​

Patronen

Zowel in de TA als in diverse andere stromingen in de psychologie gaat men ervan uit dat de relatie tussen mensen en de manier waarop mensen handelen in de meeste gevallen redelijk voorspelbaar verloopt volgens een vast patroon.

 

Deze patronen ontstaan al direct bij de geboorte. Met name de ouders hebben de grootste invloed op de ontwikkeling hiervan. Ouderboodschappen worden in de loop der tijd vervormd tot overtuigingen, vooroordelen, waarden en normen. Als je natuurlijke gedrag niet oplevert wat je nodig hebt probeer je allerlei gedrag uit om alsnog te krijgen waar je behoefte aan hebt. Als een bepaald gedrag wel wat blijkt op te leveren dan zul je dat gedrag gaan herhalen. Je neemt als kind besluiten op basis van die ouderboodschappen: “Dus zo moet ik leven om erkenning te krijgen en geaccepteerd te worden”. Hieruit ontstaan er misvattingen en overtuigingen over wie jij in wezen bent.

 

Zelfbeeld

Je zelfbeeld en daaraan gekoppelde overtuigingen over jezelf bepalen dus hoe je reageert in een bepaalde situatie. Deze overtuigingen zijn dus altijd misvattingen over de werkelijkheid. Ze zijn als het ware een bril waardoor je de wereld bekijkt, een geloofssysteem over wie je bent, wie je zou moeten zijn en wie je denkt te zijn.

 

 

bron:

Transactionele Analyse: Ian Stewart & Vann Joines

bottom of page